De regelgeving voor modelhelikopters valt in Nederland onder dezelfde regels als voor drones, aangezien modelhelikopters technisch gezien ook “onbemande luchtvaartuigen” zijn. Ze worden voornamelijk gebruikt voor recreatie of sport, maar de Europese wetgeving (via EASA) is hier ook van toepassing. Hieronder een overzicht specifiek gericht op modelhelikopters:
1. Wettelijke verplichtingen voor het vliegen met een modelhelikopter
Modelhelikopters vallen onder dezelfde Europese regels (EASA) als drones. Deze regels zijn afhankelijk van het gewicht, het doel van gebruik en de locatie waar gevlogen wordt.
1.1 Registratieplicht
• Wanneer is registratie nodig?
• Als je modelhelikopter zwaarder is dan 250 gram of is uitgerust met een camera.
• Je moet je registreren bij de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) en een uniek exploitantnummer ontvangen. Dit nummer moet zichtbaar op de helikopter worden aangebracht.
• Uitzonderingen op registratie:
• Modelhelikopters die lichter zijn dan 250 gram én geen camera hebben, zijn vrijgesteld van registratie.
1.2 Vliegbewijs (Dronecertificaat)
• Voor modelhelikopters zwaarder dan 250 gram is een vliegbewijs verplicht.
• A1/A3-certificaat: Vereist voor het vliegen op afstand van mensen en gebouwen.
• A2-certificaat: Vereist als je dichter bij mensen wilt vliegen (minimaal 30 meter afstand).
• Voor lichte modelhelikopters (<250 gram) is geen vliegbewijs nodig, tenzij er sprake is van professioneel gebruik.
1.3 Verzekering
• Een aansprakelijkheidsverzekering (WA) is verplicht bij schade aan derden.
• Leden van een modelvliegvereniging, zoals de KNVvL, zijn vaak automatisch verzekerd voor schade veroorzaakt tijdens modelvliegen.
2. Vliegregels voor modelhelikopters
2.1 Maximale vlieghoogte
• De modelhelikopter mag maximaal 120 meter boven de grond vliegen.
• In sommige gebieden geldt een lagere maximumhoogte, afhankelijk van de luchtverkeersregels.
2.2 Vliegafstand
• Visueel contact: Je moet de modelhelikopter altijd in zicht houden (VLOS).
• Afstand van mensen en gebouwen:
• In de A1-categorie: Je mag kortstondig boven mensen vliegen, maar niet boven groepen.
• In de A3-categorie: Houd minimaal 150 meter afstand van mensen, gebouwen en voertuigen.
2.3 Veiligheidsregels
• Zorg dat de modelhelikopter technisch in goede staat is en controleer vooraf alle onderdelen.
• Vlieg alleen bij geschikte weersomstandigheden: vermijd harde wind, regen of slecht zicht.
• Nachtvliegen is niet toegestaan, tenzij de helikopter verlichting heeft en je toestemming hebt.
3. Specifieke regels voor vlieggebieden
3.1 Toegestane gebieden
• Het vliegen met modelhelikopters is alleen toegestaan in gebieden waar dit geen gevaar oplevert voor de luchtvaart of omstanders.
• Modelvliegvelden:
• De meeste modelhelikopterpiloten vliegen op officiële modelvliegvelden. Deze zijn goedgekeurd door de overheid en vaak in beheer van een vereniging.
• Lidmaatschap van een modelvliegvereniging (zoals aangesloten bij de KNVvL) is sterk aanbevolen.
3.2 Verboden gebieden
• No-fly zones:
• Luchthavens (10 km rondom grote luchthavens zoals Schiphol).
• Militaire oefenterreinen.
• Beschermde natuurgebieden (zoals Natura 2000).
• Hoe controleer je verboden gebieden?
• Gebruik de GoDrone app of de luchtvaartkaarten van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
4. Lidmaatschap en voordelen van een modelvliegvereniging
• Waarom lid worden?
• Je krijgt toegang tot veilige en goedgekeurde vliegterreinen.
• Verzekering tegen schade en ongevallen.
• Ondersteuning bij technische problemen en trainingen.
• Lidmaatschap bij een vereniging aangesloten bij de KNVvL geeft extra dekking en toegang tot wedstrijden en evenementen.
5. Modelhelikopters en regelgeving per gewichtscategorie
• < 250 gram:
• Geen registratie of vliegbewijs nodig.
• Vrijgesteld van veel regels, maar je moet nog steeds veilige afstanden respecteren.
• 250 gram – 25 kg (Open Categorie):
• Registratie en vliegbewijs vereist.
• Onderverdeeld in subcategorieën A1, A2 en A3, afhankelijk van het gebruik.
• Zwaarder dan 25 kg (Specifieke Categorie):
• Vereist een uitgebreide risicoanalyse (SORA) en goedkeuring van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
6. Regels voor wedstrijden en shows
Bij wedstrijden en demonstraties gelden vaak aanvullende regels:
• Vooraf melding doen bij de ILT.
• Het evenement moet plaatsvinden op een veilige locatie.
• Extra verzekering kan nodig zijn afhankelijk van de aard van de show.7. Tips voor veilig vliegen
• Oefen in een simulator: Leer de besturing voordat je daadwerkelijk gaat vliegen.
• Start op lage snelheid: Begin met eenvoudige manoeuvres om controle te krijgen.
• Vlieg met een buddy: Zeker voor beginners is het handig om te vliegen met iemand die ervaring heeft.